Vanaf het begin van de achttiende eeuw bevindt de Hortus Botanicus zich tussen de Nieuwegracht en de Lange Nieuwstraat. In 1907-1908 bouwt men in de hortus nieuwe kassen van donker teakhout ter vervanging van de toen bestaande kassen. In de periode van vlak voor de tweede wereldoorlog beleefde de kassen hun hoogtijdagen met de beroemde Utrechtse hoogleraar plantenkunde Went (1863-1935).

In de jaren ’70 werden gevels deels vernieuwd en werden de daken van de gehandhaafde kassen vervangen door glas in aluminiumprofielen. Ook werden de kleine kassen afgebroken en vervangen door standaardkassen. Echt vervallen raakten de kassen na het vertrek van de Botanische tuinen naar de Uithof in de vroege jaren ’80.

Na een succesvol afgeronde restauratie in 2005 krijgt Hans Vlaardingerbroek in 2020 wederom de opdracht gekregen voor de restauratie en renovatie van de kassen. Vanwege hogere veiligheidseisen wordt het enkel glas vervangen door gelaagd glas. In 2005 is de kap van kas A gereconstrueerd, in deze kap is het mogelijk om het gelaagde glas gepotdekseld uit te voeren.

In tegenstelling tot de voorgaande restauratie blijkt er dit maal wel noodzaak tot vervanging de kassen E en F. De staal- en aluminiumconstructie van de standaardkassen uit de jaren ’70 verkeert in een slechte staat. Vanwege de beperkte stahoogte van de oorspronkelijke kassen E en F, is niet gekozen voor een reconstructie. In het ontwerpproces zijn een aantal mogelijke kapvormen gepresenteerd, uiteindelijk is gekozen voor twee zadeldaken geschakeld met een brede, voor bewassing toegankelijke, zakgoot.  Het nieuwe ontwerp bestaat uit stalen spanten die steunen op de oorspronkelijke hardstenen consoles. De stalen spanten worden voorzien van een hedendaags aluminium deksysteem met gelaagd glas. De glazen wanden en de deuren bestaan uit stalen profielen voorzien van enkel glas.

De oorspronkelijke stalen spanten van de kassen B t/m D zijn samengesteld uit verschillende stalen profielen verbonden met klinknagels. De spantvoeten steunen op muurdammen met hardstenen sloffen. Tijdens de voorgaande restauratie zijn de spantvoeten preventief behandeld tegen roest. Gezien de roestontwikkeling aan de onderzijde van de spantvoet, is gekozen voor een intensieve behandeling, waarbij de spantvoeten tijdelijk worden verwijderd en in de werkplaats worden hersteld. De spantvoeten worden met nieuwe roestvaste ankers weer teruggeplaatst.

Het kelderdek onder kas D bestaande uit gemetselde troggwelven op stalen liggers, blijkt zeer zware roestvorming te vertonen, daarnaast is er vanwege de roestende constructie flinke scheurvorming in de wanden en bogen op het kelderniveau zichtbaar. Aangezien er een flinke betonnen waterbak op het kelderdek rust wordt het kelderdek in zijn geheel vervangen, waarbij de waterbak wordt gehandhaafd.

Verder worden er noodzakelijke restauratieve werkzaamheden aan onder andere het schilder- en metselwerk uitgevoerd. Naast het kassencomplex zijn nog twee panden die deel uitmaken van de Oude Hortus, het Zaadhuis en de Oranjerie, bouwtechnisch onderzocht en is een onderhoudsplan opgesteld voor deze panden. Voor het Zaadhuis wordt tevens een verduurzamingsplan opgesteld.

 

Periode

2020-2021

Locatie

Universiteitsmuseum Utrecht

Opdrachtgever

Universiteit Utrecht

Projectgrootte

Bijzonderheden

Restauratie kassen