Het Koninklijk Paleis op de Dam is van 1648 – 1667 gebouwd als stadhuis naar ontwerp van de architect Jacob van Campen (1596 – 1657). Het paleis wordt als het monumentaalste gebouw van Nederland gezien; het achtste wereldwonder.

De plattegrond is rechthoekig met twee binnenhoven, met hoek- en middenrisalieten. Een koepeltoren met lantaren bekroond het middenrisaliet aan de voorzijde. De binnenhoven flankeren de burgerzaal, het is het hart van het paleis. De kap is een omlopend zadeldak met tentdaken op de hoekrisalieten.

Timpanen in de frontons accentueren de middenrisalatien van de voor- en achtergevel. Hoek- en middenrisalieten zijn voorzien van hoekbekroningen met bronzen beelden.

Ter onderbouwing van de restauratie is het noodzakelijk een goed onderbouwde restauratievisie te hebben. Deze visie is onlosmakelijk verbonden met de bouw- en restauratiegeschiedenis van het gebouw. Hier is dan ook veel aandacht aan besteedt. In de afgelopen jaren voerden experts technische vooronderzoeken uit, die de technische onderbouwing voor dit rapport verschaffen.

De huidige restauratie richt zich op de toren, de westelijke timpaan, de dakschilden aan de buitenzijde van het paleis en de bronzen beelden van de hoekbekroningen. Om een samenhangend architectonisch beeld te verkrijgen,  sluit deze restauratie aan op die van 2009-2011, die zich met name richtte op de gevels.

Concreet betekent dit dat de zandstenen onderdelen van toren en schoorstenen op soortgelijke wijze worden gerestaureerd als de reeds gerestaureerde gevels. De dakafwerking van de koepel uit 1922 – 1924 wordt gehandhaafd maar wordt voorzien van een donkere afwerking van lood-tin 5 . Uit materiaalonderzoek op 17e eeuwse bouwdelen is namelijk gebleken dat de donkere afwerking die op 17e  – en 18e -eeuwse schilderijen (en op de maquette in het Amsterdam Museum) te zien is, toe te schrijven is aan een dergelijke afwerking op het koper. De bronzen beelden op de frontons worden door een smid hersteld onder begeleiding van metaalrestaurator Janine Van Reekum.

Het westelijke timpaan aan de Nieuwezijds Voorburgwal wordt op dezelfde manier conserverend behandeld als het timpaan aan de Damzijde in 2009 – 2011. Het zal op verantwoorde manier worden gereinigd en plaatselijk geretoucheerd om een zo wit mogelijk beeld te creëren. Door deze (vrij) witte kleur en door zijn vergulde attributen zal het timpaan een fraai contrast vormen met de zandsteenkleur van kroonlijst en fronton. Zo wordt ook aan deze zijde het 17e -eeuwse beeld zo goed als mogelijk hersteld.  Daarnaast wordt het in slechte staat verkerende loden dak van het oostelijke fronton vervangen door koper.

De leibedekking van een aantal dakschilden aan de buitenzijde van het gebouw heeft een te verwachten levensduur van slechts 10 – 20 jaar. Deze daken moeten dan ook opnieuw gedekt worden. Gelet op de hoge bouwkwaliteit van het paleis worden ook leien van de beste kwaliteit toegepast. Voorgesteld wordt een koeverdak (écailles) aan te brengen: aan de onderzijde afgeronde leien met een maasdekking. Aangenomen wordt dat dit de oorspronkelijke wijze van dekken was. De zijwangen van de dakkapellen worden afgewerkt met lood.

 

Periode

2020 – 2024

Locatie

Amsterdam

Opdrachtgever

Rijksvastgoedbedrijf

Projectgrootte

Bijzonderheden

Restauratie nationaal topmonument